Ongeluk komt zelden alleen…

Afgelopen dagen beleven we een aantal pechdagen op een rij. Hopelijk hebben we nu het ergste gehad! Wat een hectische dagen…

Het eerste voorval vond plaats tijdens ons weekendje weg. Door de harde wind waait onze vouwwagen kapot en daarna bij thuiskomst blijkt onze kater op sterven na dood.

Hoe het ons afging met de vouwwagen en de rest van het weekend zal ik later delen. Eerst even alle emoties van me afschrijven voor wat betreft Fons, onze jongste kat.

Bang voor onweer?
Op maandagmiddag komen we weer thuis van het weekendje Texel. Fons is wat stil en onrustig: hij zat ineengedoken onder de salontafel. Op dit moment gaat er bij ons nog geen belletje rinkelen, diezelfde avond is onweer voorspeld en hij is erg bang voor onweer. We gaan ervan uit dat hij al een donder gehoord heeft en dat hij zich daarom zo merkwaardig gedraagt. Gerust gaan we ’s avonds naar bed.
In de loop van de ochtend komen dochterlief en ik. Fons ligt doodstil op de deurmat, hij mauwt zielig en Tess troost hem. Op dit moment voel ik me niet helemaal gerust gesteld. Binnenin mij weet ik dat het niet goed zit, maar ik weet niet zo goed hoe ik dat kan oplossen.
Ik besluit het nog even aan te kijken. Tess en ik gaan even naar de ‘oude mensen’. Ons vaste bezoekje eens per maand. Deze ‘oude mensen’ wonen in een bejaardentehuis en we gaan daar samen koffie drinken. Tess vermaakt de mensen met haar knuffels, boekjes en ander speelgoed die ze meeneemt van huis. De mensen vinden het altijd erg leuk als Tess komt en daar doen we het voor!

Toch wat ongerust over het kleine beestje
Na een kleine twee uren komen we weer thuis en Fons heeft zich nog niet bewogen. We eten snel een broodje en dan bel ik toch even de dierenarts bellen – het zit me niet lekker.

Na het verhaal te hebben uitgelegd vertelt de assistent dat ze die middag helaas echt geen plek hebben en dat ik het beste tussen 17.00 en 18.00 uur kan komen. Ietwat gerustgesteld, omdat er dus blijkbaar geen spoed bij is, gaan dochterlief en ik lekker zwemmen in het buitenbad.

Om 17.00 uur stappen we met z’n drieën; Fons, Tess en ik in de auto naar de dierenarts. Eenmaal aangekomen blijken er nog 3 andere wachtenden voor ons aan de beurt te zijn én wachten duurt lang…

Wat is er aan de hand, het onderzoek gaat van start
Ongeveer 30 tot 45 minuten later zijn we eindelijk aan de beurt. Tess is het wachten helemaal zat, dus we zijn erg blij dat we eindelijk naar binnen mogen.
De dierenarts controleerde van alles. Allereerst dacht de arts aan een bloedpropje in een van de vaten waardoor hij deels verlamd geraakt is. Fons is erg slap en beweegt eigenlijk niet, met name in het achterste gedeelte van zijn lichaam. Daarnaast heeft Fons hartruis en een bloedpropje komt nog wel eens voor bij katten met deze kwaal. Na wat verder onderzoek is het toch niet een bloedprop en vraagt de dierenarts of Fons aangereden kan zijn. Hierop kan ik met zekerheid zeggen dat dat niet het geval is, aangezien het een binnen kat is.

Het onderzoek gaat verder en na een paar minuten concludeert de arts een hele volle blaas. Ze geeft aan dat het niet lukt deze leeg te drukken, dus dat het hoogstwaarschijnlijk gaat om een plaskater. Bij het opnemen van de temperatuur schrok de dierenarts, met moeite tikte de thermometer 33,8 graden aan. Als je nagaat dat de normale lichaamstemperatuur van een kat boven de 38 graden is, begrijp je dat Fons er erg slecht aan toe is.

Doordat ik niet kan aangeven hoelang hij niet kan plassen is het een spoedgeval geworden. De couveuse wordt aangezet en er worden kruiken gemaakt. Tess snapt het allemaal niet zo: mama verdrietig en Fons erg ziek. Ze wil steeds even aaien.

Tijd voor Tess om naar huis te gaan
In tussen bel ik mijn schoonouders, zij komen Tess ophalen zodat ik afscheid van Fons kan nemen – de kans is namelijk erg gering dat hij het allemaal haalt.

Je zult begrijpen dat hier enkele traantjes bij gevloeid hebben. Gek eigenlijk, nooit verwacht dat ik zoveel aan een kat zou gaan hechten… Maar ja, als je het wat relativeert is het is toch je huisdier en onbewust een groot deel van je leven.

De vraag van de dierenarts; ‘wil je Fons in laten slapen of nog proberen te redden?’ kwam hard binnen. Fons is nog maar 6 jaar en ook al is hij er erg slecht aan toe, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om het niet tóch één keer te proberen.

Operatie zonder narcose
Normaal gesproken wordt een katheter ingebracht als de kat onder narcose is. Fons is te zwak en zal waarschijnlijk de narcose niet overleven. De katheter wordt dus ingebracht met alleen plaatselijk wat verdoving. Ik mag er bij blijven om Fons te kalmeren. Na veel gepriegel zit de katheter op de juiste plek en loopt er bloedurine uit.

Om de blaas wat rust te geven moet de katheter 3 dagen in blijven. Om te voorkomen dat Fons de katheter er weer uittrekt wordt de katheter vastgehecht. Verder krijgt Fons een pijnstiller wat te vergelijken valt met Morfine en meerdere vochtinjecties in zijn rug. De dierenarts en ik grappen erover dat hij nu op een kameel lijkt en het is fijn om even te lachen. Het meest kritische moment is geweken. Natuurlijk is het nog wel afwachten of hij nog weer herstelt, of er geen blaasbeschadiging is ontstaat of nierfalen. Als een kat niet kan plassen hopen de afvalstoffen op in het bloed en kan er erge schades ontstaan.

En dan kunnen we alleen nog maar wachten
Fons is eigenlijk te groot voor de couveuse, maar hij moet op temperatuur komen. Na wat wikken en wegen wordt hij met kruiken en een soort van elektrische warmtedeken in een bench gelegd.

We kunnen nu niets anders doen dan afwachten. Ik spreek af met de dierenarts dat ze vanavond nog even contact opneemt en vertrek.

Om 22.30 uur komt een verlossend telefoontje, Fons zit alweer rechtop – wel nog erg wankel, maar het lijkt de goede kant op te gaan. Met een gerust hart stap ik mijn bed in, op naar een volgende dag.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *