Samen met een vriendin van Green of Heart en haar dochter zijn we onderweg naar de Schaapskooi in Denekamp; Stroothuizen. Als we de parkeerplaats opdraaien kijken we twee keer om ons heen. We stappen uit en lopen naar de speeltuin. Ai… Gesloten! Tot zover onze goede voorbereiding – ahum.
Hmm, wat gaan we dan nu doen?
Eventjes googlen in de omgeving en we besluiten dan naar Natura Docet Wonderryck te gaan. Ik ben erg benieuwd of Tess niet nét iets te jong is, maar je weet het nooit zonder het uit te testen natuurlijk.
We stappen weer in de auto om naar het centrum van Denekamp te rijden. Net aan de rand van het centrum vinden we het museum. Op de website lezen we ‘het oudste natuurhistorische museum’. Het is nog droog dus besluiten we eerst de tuin te verkennen. Een goede keuze, want dit is een speelparadijs voor kinderen.
Beleef de museumtuin
Er is een waterpomp en buizen parcours dat het water terug naar het meertje leidt. Iets verderop vind je een kabelbaan waarmee je over een klein slootje kan ‘vliegen’.
Als de kinderen lekker aan het spelen zijn zien we bordjes met een route. We besluiten deze te volgen en komen er zo achter dat het Wonderryck beschikt over een hele belevenistuin. Wandelend komen we veel te weten over het leven in de natuur.
Vlakbij de grote weg staat een groot bijenhotel. Het geraamte heeft wel wat weg van de zouttorens bij Boekelo. Op de borden lezen we dat het een ‘folly’ is; een bouwwerk dat met opzet nutteloos of bizar is. Als we verder lopen komen we bij de vennen, daar staat een houten ‘kijkdoos’.
De route door de tuin is niet lang, maar voor jong en oud al een hele belevenis. Als we weer terug zijn bij het meertje willen de beide dames eerst nog even met de kabelbaan spelen. Al snel moet iedereen plassen en stappen we het museum binnen.
‘Door de ogen van’
Gelijk bij de entree bevindt zich ook de museumwinkel. Verschillende (knuffel)reptielen, haaientanden en bijzondere stenen liggen er tentoongesteld in manden. We kunnen beide kinderen hier, met enige moeite, langs manoeuvreren. Even een kaartje kopen en dan snel genieten van alles in het museum.
Elke zaal in het museum heeft zijn eigen verhaal. Gelijk worden we in het diepe gegooid en kun je op een scherm vliegen als een torenvalk. Niet veel later springen de dames, een soort van om de beurt (met wat hulp van de mama’s), op de tractor die er staat om vervolgens als een das het leven onder de grond te ervaren. Dit laatste is voor Tess wat griezelig, vooral als ze plotseling oog in oog staat met een enorme das.
Hét interactieve museum
We lopen door naar de volgende zaal en er komt een kleurrijk geheel ons tegemoet. Overal waar je kijkt staan opgezette dieren. Tess wil het liefste alle dieren aaien. Met grote ogen kijken we naar de hoeveelheid dieren en alle details van de dieren. Zowel op de beneden verdieping als boven vind je opgezette dieren, van een huismusje tot aan een zebra.
Ook hier is interactie weer een groot thema, boven is een mand met knuffeldieren te vinden. Al snel zijn de dames in de weer om de moeder van het knuffeldier te vinden. Een erg fijn idee is dat ze hier ook ‘gewoon’ kunnen rondlopen en spelen!
We lopen verder naar de Oertijdzaal. Vele fossielen en mineralen liggen hier. De meesten, zo niet allemaal, zijn gevonden in de Twentse bodem. Dochterlief is al snel klaar met die fossielen en gaat op onderzoek uit. Stiekem sluipt ze achter een zwart gordijn langs en zo komen we in een unieke ruimte. Met verschillende beamers en lichten kun je hier door te bewegen het ‘water’ bewegen en van richting laten veranderen. Quinty en Tess vermaken zich uitstekend en wij gaan er even bij zitten. We concluderen al vrij snel dat dit museum het loont om met kinderen naar toe te gaan, ze zijn er uitstekend op ingespeeld.
Knuffelen met een koningspython
Als we naar het restaurant lopen om wat te eten stuitten we op een hele groep mensen; waar komen die ineens vandaan?
Ik ga op mijn tenen staan en zie dat iemand een echte slang vast houdt. Gaaf! Ik vertel het aan Tess en madam wurmt zich naar voren; ze wil hem heel graag aaien. Ze wacht netjes op haar beurt, waarna ze eerst Loesje – zo heeft de python – mag aaien. Daarna nog even vasthouden en poseren voor de foto. Snel drukt ze haar lippen tegen de slang en met pretoogjes snelt ze zich terug naar mij. Dan is Quinty aan de beurt. Ze is net zo stoer als Tess en houdt de slang voorzichtig vast voor de foto.
Daarna is het tijd om te eten, het museum heeft een leuke Brasserie met een lekkere menukaart. Op tafel staat een kletspot; een glazen pot met allemaal kaartjes met gespreksonderwerpen. Als beide dochters lekker aan het kleuren zijn – wachtende op het eten – kletsen wij gezellig over koetjes en kalfjes.